Fysiotherapie

Fysiotherapie is gericht op het voorkomen en verhelpen van problemen die met bewegen te maken hebben. Belangrijke onderdelen van de behandeling zijn: uitleg over uw klacht en over delen van het lichaam, oefeningen, pijnverlichting en adviezen voor het dagelijks bewegen.

Fysiotherapie is een vorm van paramedische zorg.
De fysiotherapeut kan veel voor u betekenen bij alle soorten bewegingsproblemen. U kunt voor behandeling naar de fysiotherapeut gaan met bijvoorbeeld klachten in uw nek, schouder, elleboog, pols, rug, heup, knie, bekken, enkel of voet of terugkerende hoofdpijn. Ook kunt u denken aan klachten na een herniaoperatie of een beroerte, bij een whiplash, botontkalking (osteoporose) of luchtwegproblemen.
De klachten kunnen dus spontaan of door een val ontstaan zijn, maar ook het gevolg zijn van een ziekte of aandoening. Denk aan reuma, astma, neurologische aandoeningen of de ziekte van Parkinson.

Als fysiotherapeut heb ik kennis van ziektebeelden en kan u ondersteuning bieden bij het omgaan daarmee.

oranjeblok
cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Manuele therapie

Bij het behandelen van gewrichtsklachten gebruik ik manuele therapie. Deze behandel-methode grijpt direct aan op de gewrichten van ons lichaam. Centraal staat het verbeteren van de gewrichtsbewegingen in het hele lichaam.

De manueel therapeut baseert zich niet op een klachtenanalyse, maar gaat ervan uit dat ieder mens een eigen bewegingsvoorkeur heeft. Wanneer u bijvoorbeeld door een ongeval, ongewone arbeid of psychische factoren niet op uw eigen manier kunt bewegen, kunt u klachten krijgen. Deze klachten uiten zich niet altijd op de plaats waar het probleem ontstaan is.
De behandeling is erg precies en intensief. Alle gewrichten in het hele lichaam worden in principe behandeld. De manueel therapeut doet eerst 26 metingen aan het lichaam om te weten hoe zij de gewrichten het best kan bewegen.
Door het bewegen in de gewrichten wil de therapeut het lichaam weer optimaal laten functioneren. Deze bewegingen zijn subtiel, ze doen geen pijn en er is geen sprake van manipulaties of ‘kraken’. In de praktijk bied ik de gehele manuele therapie volgens de methode Van der Bijl (Utrecht).

In 2014 heeft Caroline haar Master voor Manueel therapie behaald.

Hieronder uitleg over manuele therapie methode zoals die ook te vinden is op de website van School voor Manuele Therapie Utrecht


WAT IS MANUELE THERAPIE?

Manuele therapie is een behandelmethode voor het wegnemen van (langdurig bestaande) klachten die optreden bij het begin, tijdens of na het bewegen. Centraal in de manuele therapie staat het verbeteren van de gewrichtsbewegingen in uw hele lichaam. De therapie is gericht op het behandelen van de oorzaak van de klachten.

HOE VERLOOPT EEN BEHANDELING?

 

VRAAGGESPREK

In het eerste gesprek informeert de manueeltherapeut naar uw klachten op dit moment en naar de geschiedenis hiervan.

 

METINGEN EN ONDERZOEK

Het manueel therapeutisch onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek, gericht op het opsporen van storingen in de functie van uw gewrichten. Daarnaast worden er ook metingen en testen gedaan om te kunnen bepalen wat uw bewegingsvoorkeuren zijn.

 

BEHANDELING

Op basis van alle gegevens wordt duidelijk hoe de manueeltherapeut uw gewrichten moet bewegen. Tijdens de behandeling zullen zoveel mogelijk gewrichten van het lichaam behandeld worden op een zachte, meestal pijnvrije manier. De oorzaak van de klachten wordt zo weggenomen en de samenwerking tussen verschillende gewrichten wordt geoptimaliseerd. De behandeling duurt meestal 30 tot 60 minuten en wordt om de 2 à 3 weken herhaald. De periode tussen twee behandelingen is noodzakelijk om het lichaam de tijd te geven anders te gaan bewegen en daar aan te wennen. Het bewegingsonderzoek wordt elke behandeling herhaald en de metingen worden regelmatig opnieuw uitgevoerd. Na twee of drie behandelingen wordt nagegaan of er voldoende verbetering is opgetreden. Als er geen verandering en/of verbetering is opgetreden, wordt de behandeling gestopt. De manueeltherapeut zal in dit geval de terugverwijzing naar de huisarts verzorgen. Gemiddeld zijn er 2 tot 10 behandelingen nodig.

 

INDIVIDUALITEIT

Ieder mens is herkenbaar aan zijn eigen bouw, zijn eigen houding en zijn eigen manier van bewegen. We zien er allemaal anders uit, we bewegen ook allemaal anders.

 

BEWEGINGSVOORKEUR

Bij het op de fiets stappen, stapt u uit gewoonte met het linker- of met het rechter been op. U kunt ook opstappen met het been waarmee u doorgaans niet opstapt. Dit kost u echter veel meer moeite. U heeft bij het op een fiets stappen dus een voorkeur van bewegen. Deze voorkeur zorgt er voor dat de botten, gewrichten en spieren niet volledig symmetrisch gevormd zijn. Er is dus sprake van een natuurlijke wisselwerking tussen bewegen en vorm.

 

VERSTOORD EVENWICHT

Wanneer het natuurlijk evenwicht tussen de voorkeur van bewegen en de vorm van het lichaam verstoord raakt, kunnen er klachten ontstaan. Het evenwicht kan worden verstoord door een ongeluk (aanrijding, verzwikken van een enkel, val van de trap), door een eenzijdige werkhouding, ongewone arbeid, knellende kleding, door psychische factoren, enz.

 

Wanneer we (bijvoorbeeld na het verzwikken van een enkel) gedwongen worden om de voet anders te bewegen, verandert onze manier van lopen. Die andere manier van lopen gaat samen met een verandering van bewegingen in knieën, heupen, het bekken, de wervelkolom en uiteindelijk het hele lichaam. Als het lichaam zich voldoende aan kan passen aan deze andere manier van bewegen, zullen er niet direct klachten ontstaan. Maar als deze persoon besluit te gaan hardlopen dan kunnen de gemaakte aanpassingen weleens tekort schieten. Zo kan een andere manier van lopen na het verzwikken van een enkel uiteindelijk lage rugklachten of nekklachten veroorzaken.

De plaats waar de klacht zit, zegt dus niet per se iets over de oorzaak van de klachten. Het behandelen van alleen de plek waar de pijnklacht zich bevindt, zal de klacht daarom vaak niet geheel of slechts tijdelijk doen verdwijnen. Het oorspronkelijke evenwicht van het gehele lichaam zal hersteld moeten worden.

 

WERKING VAN GEWRICHTEN

Gewrichten worden gestuurd door gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel. Als de banden en kapsels niet in staat zijn om de beweging op de juiste manier te sturen, ontstaat er een bewegingsbeperking. Hierdoor raken spieren, bindweefsel en zenuwweefsel geïrriteerd en ontstaat er pijn, stijfheid en functieverlies. De manueeltherapeut beïnvloedt tijdens de behandeling de functie van het gewrichtskapsel. Het effect: het gewricht beweegt makkelijker. Als de gewrichtsfunctie na enkele behandelingen blijvend hersteld is, zullen de pijnklachten verdwijnen.

 

VEEL GESTELDE VRAGEN

 

HEB IK EEN VERWIJZING NODIG VAN DE HUISARTS OF SPECIALIST?

Dit is niet noodzakelijk, maar wordt soms wel door uw verzekering gevraagd.

 

VOOR WELKE KLACHTEN KAN IK BIJ EEN MANUEELTHERAPEUT TERECHT?

Voor alle klachten die met het bewegen van het lichaam te maken hebben. Voorbeelden zijn: rugklachten, hernia, ischias, ribklachten, nekklachten, knieklachten, enkelklachten, hielspoor, schouderklachten, hoofdpijn, artrose, whiplash, tennisarm, bepaalde vormen van duizeligheid, scoliose. Deze behandelmethode is uitermate geschikt voor het behandelen van klachten die al langer bestaan of steeds terug komen. Binnen 1 sessie worden meerdere klachten tegelijkertijd behandeld.

 

WAT KUNT U NA DE BEHANDELING VERWACHTEN?

De klachten kunnen direct of enige dagen na de behandeling verminderen. Er kan misschien wat vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierpijn of toename van de klachten optreden in de eerste paar dagen na de behandeling. Deze reacties zijn normaal en van voorbijgaande aard.

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Spanningsklachten en hyperventilatie

Met het behandelen van hyperventileren en spanningsklachten (psychosomatiek) heb ik jarenlange ervaring. Bij deze behandeling gaat het om de manier waarop u bewust en onbewust omgaat met spanning en ontspanning.

ontspan_behandeling

Om daarin samen met u een goede balans te vinden zijn er diverse ontspanningstechnieken en ademhalingsoefeningen te gebruiken. Bij de ontspanningstechnieken kan ik bijvoorbeeld een tactiele behandeling toepassen: de huid wordt licht aangeraakt en na enige tijd kan een gewenning optreden die innerlijke onrust laat verminderen of verdwijnen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Hartfalen

Hartfalen wordt gedefinieerd als ‘een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele of functionele afwijking van het hart’.

Hartfalen is een systemische aandoening waarbij op zowel perifeer als centraal niveau veranderingen optreden die op korte termijn functioneel zijn (compensatiemechanisme), maar op langere termijn schadelijk gevolgen hebben en leiden tot een verminderd inspanningsvermogen. De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn hypertensie en coronairlijden; minder vaak voorkomende oorzaken zijn hartkleplijden, ritme- of geleidingsstoornissen of virale infecties.

Fysieke training geeft verbetering van het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven bij patiënten met chronisch hartfalen. Onderliggende mechanismen zijn een verbeterde spierdoorbloeding, spiermetabolisme, ademefficiëntie, neurohormonale regulatie en pompfunctie van het hart.

De hartrevalidatie wordt ingedeeld in de volgende fasen:

• de klinische fase (fase I): activiteiten tijdens de ziekenhuisopname;
• de revalidatiefase (fase II): activiteiten op poliklinische basis (na klinische opname) of, in geval van complexe hartrevalidatie, activiteiten tijdens de klinische opname in een revalidatiecentrum;
• de postrevalidatie- of nazorgfase (fase III): activiteiten na de hartrevalidatie.

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Blaastraining en bekkenbodemproblematiek

​Bekkenbodemproblemen komen vaak voor, maar er wordt weinig over gepraat. Verschillende klachten kunnen te maken hebben met het niet goed functioneren van de bekkenbodem. Met blaastraining kunnen problemen in de bekken gebied aangepakt worden. Hierbij kunt u denken aan verschillende soorten oefeningen.

• Bekkeninstabiliteit in en na zwangerschap Deze behandeling is bedoeld om voor en na uw bevalling rug- en bekkenklachten te voorkomen en te verminderen. U leert hoe u verantwoord kunt oefenen en bewegen. Ook het verzorgen van uw kind kan met de juiste houdings- en tilinstructies een stuk gemakkelijker gaan. (Gevolgde cursus: bekkeninstabiliteit bij het Spine en Joint Centre, Rotterdam; Pre- en postnatale educatie, Amsterdam.)

• Blaastraining en bekkenbodemproblematiek Deze therapie kan u helpen bij verschillende klachten rond de blaas of de bekkenbodemspieren. Denk aan problemen om de plas op te houden of veranderingen van de bekkenbodem na een bevalling of de overgang. Bewust oefenen kan helpen om klachten en ongemak te verminderen. Door bijvoorbeeld oefeningen met de bekkenbodemspieren te doen leert u hoe u deze spieren kunt aanspannen en ontspannen. Daarbij is het belangrijk dat u een goede lichaamshouding hebt en dat u goed blijft doorademen.

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Valpreventie

Preventie van valincidenten bij ouderen gaat over het verlagen van de kans op vallen. Eerst wordt geschat hoe hoog de kans is dat u valt. Vervolgens wordt gekeken hoe bij u de kans om te vallen verlaagd kan worden.

Om valincidenten te voorkomen geeft de fysiotherapeut balanstraining en wordt de patiënt geïnformeerd over hulpmiddelen, de rol van de ergotherapeut en de bijwerkingen van medicatie die in verband kunnen worden gebracht met vallen zoals orthostatische hypotensie. Valangst speelt indirect een rol bij vallen en het verminderen van deze angst maakt dan ook onderdeel uit van de fysiotherapeutische behandeling van parkinsonpatiënten.

 

 

 

 

 

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

COPD

COPD is een afkorting van de Engelse term chronic obstructive pulmonary disease, is een chronisch obstructieve longziekte (er is dus een aanhoudende obstructie (vernauwing) in de longen). Het is een verzamelnaam voor de longaandoeningen chronische bronchitis en longemfyseem.

 

‘Chronisch obstructief longlijden is een vermijdbare en behandelbare aandoening met significante extrapulmonale effecten die kunnen bijdragen tot de ernst van de aandoening bij individuele patiënten. De pulmonale component wordt gekenmerkt door luchtwegobstructie die niet volledig reversibel is. De luchtwegobstructie is progressief en geassocieerd met een abnormale inflammatoire respons van de longen op schadelijke partikels of gassen.’

Naast kortademigheid, hoesten, piepen, sputumproductie en herhaaldelijke infecties, worden ook systemische gevolgen beschreven, zoals deconditionering, spierzwakte, gewichtsverlies en ondervoeding. De fysieke activiteit in het dagelijks leven is significant verminderd vergeleken met die van gezonde ouderen. Bovendien komen psychosociale problemen voor, zoals depressie, angst en sociaal isolement.

Deze factoren dragen allemaal bij tot de gezondheidstoestand van de patiënten en vormen belangrijke aangrijpingspunten voor de behandeling. De aangeboden fysiotherapie is meestal gestoeld op een probleemoplossende aanpak en maakt deel uit van een multidisciplinaire behandeling.

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Reumatoide artritis (RA)

Reumatoide artritis hierna als RA genoemd, is een chronische, systemische ontstekingsziekte van onbekende oorzaak, die voornamelijk gelokaliseerd is in de perifere gewrichten. 

Daarnaast zijn vaak de structuren rond de gewrichten aangedaan, zoals peesscheden, slijmbeurzen en aanhechtingsplaatsen van spieren; minder frequent komen daarbij afwijkingen voor in de wervelkolom (meest frequent in de hoog cervicale wervelkolom (CWK), vrijwel nooit in de thoracale wervelkolom (TWK) of de lumbale wervelkolom (LWK). Omdat RA een systeemaandoening is, kunnen ook diverse organen, zoals de huid, hart en longen betrokken zijn in het ziekteproces. Daarnaast kunnen algemene symptomen, zoals koorts, malaise en gewichtsverlies optreden.

Epidemiologie
RA komt wereldwijd voor; de prevalentie varieert van 0,3 tot 1,5 procent. De incidentie (aantal nieuwe patiënten met RA) in Nederland wordt geschat op 0,3 tot 1,8/1000/jaar. RA komt twee- tot driemaal zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Het kan op iedere leeftijd ontstaan, maar begint meestal tussen de 40 en 60 jaar. Op basis van demografi sche ontwikkelingen is de verwachting dat het absolute aantal mensen met RA in Nederland tussen 2000 en 2020 met 27,1 procent zal stijgen. De huisarts ziet jaarlijks circa 16.800 patiënten met nieuwe klachten wegens RA en circa 147.500 patiënten met aan RA gerelateerde klachten. Vijfentwintig tot 40 procent van de patiënten met RA die onder behandeling zijn van een specialist wordt jaarlijks naar een fysiotherapeut doorverwezen.

 

 

 

cirkel3

Fysiotherapie

Fysiotherapie is gericht op het voorkomen en verhelpen van problemen die met bewegen te maken hebben. Belangrijke onderdelen van de behandeling zijn: uitleg over uw klacht en over delen van het lichaam, oefeningen, pijnverlichting en adviezen voor het dagelijks bewegen.

Fysiotherapie is een vorm van paramedische zorg.
De fysiotherapeut kan veel voor u betekenen bij alle soorten bewegingsproblemen. U kunt voor behandeling naar de fysiotherapeut gaan met bijvoorbeeld klachten in uw nek, schouder, elleboog, pols, rug, heup, knie, bekken, enkel of voet of terugkerende hoofdpijn. Ook kunt u denken aan klachten na een herniaoperatie of een beroerte, bij een whiplash, botontkalking (osteoporose) of luchtwegproblemen.
De klachten kunnen dus spontaan of door een val ontstaan zijn, maar ook het gevolg zijn van een ziekte of aandoening. Denk aan reuma, astma, neurologische aandoeningen of de ziekte van Parkinson.

Als fysiotherapeut heb ik kennis van ziektebeelden en kan u ondersteuning bieden bij het omgaan daarmee.

oranjeblok
cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Manuele therapie

Bij het behandelen van gewrichtsklachten gebruik ik manuele therapie. Deze behandel-methode grijpt direct aan op de gewrichten van ons lichaam. Centraal staat het verbeteren van de gewrichtsbewegingen in het hele lichaam.

De manueel therapeut baseert zich niet op een klachtenanalyse, maar gaat ervan uit dat ieder mens een eigen bewegingsvoorkeur heeft. Wanneer u bijvoorbeeld door een ongeval, ongewone arbeid of psychische factoren niet op uw eigen manier kunt bewegen, kunt u klachten krijgen. Deze klachten uiten zich niet altijd op de plaats waar het probleem ontstaan is.
De behandeling is erg precies en intensief. Alle gewrichten in het hele lichaam worden in principe behandeld. De manueel therapeut doet eerst 26 metingen aan het lichaam om te weten hoe zij de gewrichten het best kan bewegen.
Door het bewegen in de gewrichten wil de therapeut het lichaam weer optimaal laten functioneren. Deze bewegingen zijn subtiel, ze doen geen pijn en er is geen sprake van manipulaties of ‘kraken’. In de praktijk bied ik de gehele manuele therapie volgens de methode Van der Bijl (Utrecht).

In 2014 heeft Caroline haar Master voor Manueel therapie behaald.

Hieronder uitleg over manuele therapie methode zoals die ook te vinden is op de website van School voor Manuele Therapie Utrecht


WAT IS MANUELE THERAPIE?

Manuele therapie is een behandelmethode voor het wegnemen van (langdurig bestaande) klachten die optreden bij het begin, tijdens of na het bewegen. Centraal in de manuele therapie staat het verbeteren van de gewrichtsbewegingen in uw hele lichaam. De therapie is gericht op het behandelen van de oorzaak van de klachten.

HOE VERLOOPT EEN BEHANDELING?

 

VRAAGGESPREK

In het eerste gesprek informeert de manueeltherapeut naar uw klachten op dit moment en naar de geschiedenis hiervan.

 

METINGEN EN ONDERZOEK

Het manueel therapeutisch onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek, gericht op het opsporen van storingen in de functie van uw gewrichten. Daarnaast worden er ook metingen en testen gedaan om te kunnen bepalen wat uw bewegingsvoorkeuren zijn.

 

BEHANDELING

Op basis van alle gegevens wordt duidelijk hoe de manueeltherapeut uw gewrichten moet bewegen. Tijdens de behandeling zullen zoveel mogelijk gewrichten van het lichaam behandeld worden op een zachte, meestal pijnvrije manier. De oorzaak van de klachten wordt zo weggenomen en de samenwerking tussen verschillende gewrichten wordt geoptimaliseerd. De behandeling duurt meestal 30 tot 60 minuten en wordt om de 2 à 3 weken herhaald. De periode tussen twee behandelingen is noodzakelijk om het lichaam de tijd te geven anders te gaan bewegen en daar aan te wennen. Het bewegingsonderzoek wordt elke behandeling herhaald en de metingen worden regelmatig opnieuw uitgevoerd. Na twee of drie behandelingen wordt nagegaan of er voldoende verbetering is opgetreden. Als er geen verandering en/of verbetering is opgetreden, wordt de behandeling gestopt. De manueeltherapeut zal in dit geval de terugverwijzing naar de huisarts verzorgen. Gemiddeld zijn er 2 tot 10 behandelingen nodig.

 

INDIVIDUALITEIT

Ieder mens is herkenbaar aan zijn eigen bouw, zijn eigen houding en zijn eigen manier van bewegen. We zien er allemaal anders uit, we bewegen ook allemaal anders.

 

BEWEGINGSVOORKEUR

Bij het op de fiets stappen, stapt u uit gewoonte met het linker- of met het rechter been op. U kunt ook opstappen met het been waarmee u doorgaans niet opstapt. Dit kost u echter veel meer moeite. U heeft bij het op een fiets stappen dus een voorkeur van bewegen. Deze voorkeur zorgt er voor dat de botten, gewrichten en spieren niet volledig symmetrisch gevormd zijn. Er is dus sprake van een natuurlijke wisselwerking tussen bewegen en vorm.

 

VERSTOORD EVENWICHT

Wanneer het natuurlijk evenwicht tussen de voorkeur van bewegen en de vorm van het lichaam verstoord raakt, kunnen er klachten ontstaan. Het evenwicht kan worden verstoord door een ongeluk (aanrijding, verzwikken van een enkel, val van de trap), door een eenzijdige werkhouding, ongewone arbeid, knellende kleding, door psychische factoren, enz.

 

Wanneer we (bijvoorbeeld na het verzwikken van een enkel) gedwongen worden om de voet anders te bewegen, verandert onze manier van lopen. Die andere manier van lopen gaat samen met een verandering van bewegingen in knieën, heupen, het bekken, de wervelkolom en uiteindelijk het hele lichaam. Als het lichaam zich voldoende aan kan passen aan deze andere manier van bewegen, zullen er niet direct klachten ontstaan. Maar als deze persoon besluit te gaan hardlopen dan kunnen de gemaakte aanpassingen weleens tekort schieten. Zo kan een andere manier van lopen na het verzwikken van een enkel uiteindelijk lage rugklachten of nekklachten veroorzaken.

De plaats waar de klacht zit, zegt dus niet per se iets over de oorzaak van de klachten. Het behandelen van alleen de plek waar de pijnklacht zich bevindt, zal de klacht daarom vaak niet geheel of slechts tijdelijk doen verdwijnen. Het oorspronkelijke evenwicht van het gehele lichaam zal hersteld moeten worden.

 

WERKING VAN GEWRICHTEN

Gewrichten worden gestuurd door gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel. Als de banden en kapsels niet in staat zijn om de beweging op de juiste manier te sturen, ontstaat er een bewegingsbeperking. Hierdoor raken spieren, bindweefsel en zenuwweefsel geïrriteerd en ontstaat er pijn, stijfheid en functieverlies. De manueeltherapeut beïnvloedt tijdens de behandeling de functie van het gewrichtskapsel. Het effect: het gewricht beweegt makkelijker. Als de gewrichtsfunctie na enkele behandelingen blijvend hersteld is, zullen de pijnklachten verdwijnen.

 

VEEL GESTELDE VRAGEN

 

HEB IK EEN VERWIJZING NODIG VAN DE HUISARTS OF SPECIALIST?

Dit is niet noodzakelijk, maar wordt soms wel door uw verzekering gevraagd.

 

VOOR WELKE KLACHTEN KAN IK BIJ EEN MANUEELTHERAPEUT TERECHT?

Voor alle klachten die met het bewegen van het lichaam te maken hebben. Voorbeelden zijn: rugklachten, hernia, ischias, ribklachten, nekklachten, knieklachten, enkelklachten, hielspoor, schouderklachten, hoofdpijn, artrose, whiplash, tennisarm, bepaalde vormen van duizeligheid, scoliose. Deze behandelmethode is uitermate geschikt voor het behandelen van klachten die al langer bestaan of steeds terug komen. Binnen 1 sessie worden meerdere klachten tegelijkertijd behandeld.

 

WAT KUNT U NA DE BEHANDELING VERWACHTEN?

De klachten kunnen direct of enige dagen na de behandeling verminderen. Er kan misschien wat vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierpijn of toename van de klachten optreden in de eerste paar dagen na de behandeling. Deze reacties zijn normaal en van voorbijgaande aard.

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Spanningsklachten en hyperventilatie

Met het behandelen van hyperventileren en spanningsklachten (psychosomatiek) heb ik jarenlange ervaring. Bij deze behandeling gaat het om de manier waarop u bewust en onbewust omgaat met spanning en ontspanning.

ontspan_behandeling

Om daarin samen met u een goede balans te vinden zijn er diverse ontspanningstechnieken en ademhalingsoefeningen te gebruiken. Bij de ontspanningstechnieken kan ik bijvoorbeeld een tactiele behandeling toepassen: de huid wordt licht aangeraakt en na enige tijd kan een gewenning optreden die innerlijke onrust laat verminderen of verdwijnen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Hartfalen

Hartfalen wordt gedefinieerd als ‘een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele of functionele afwijking van het hart’.

Hartfalen is een systemische aandoening waarbij op zowel perifeer als centraal niveau veranderingen optreden die op korte termijn functioneel zijn (compensatiemechanisme), maar op langere termijn schadelijk gevolgen hebben en leiden tot een verminderd inspanningsvermogen. De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn hypertensie en coronairlijden; minder vaak voorkomende oorzaken zijn hartkleplijden, ritme- of geleidingsstoornissen of virale infecties.

Fysieke training geeft verbetering van het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven bij patiënten met chronisch hartfalen. Onderliggende mechanismen zijn een verbeterde spierdoorbloeding, spiermetabolisme, ademefficiëntie, neurohormonale regulatie en pompfunctie van het hart.

De hartrevalidatie wordt ingedeeld in de volgende fasen:

• de klinische fase (fase I): activiteiten tijdens de ziekenhuisopname;
• de revalidatiefase (fase II): activiteiten op poliklinische basis (na klinische opname) of, in geval van complexe hartrevalidatie, activiteiten tijdens de klinische opname in een revalidatiecentrum;
• de postrevalidatie- of nazorgfase (fase III): activiteiten na de hartrevalidatie.

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Blaastraining en bekkenbodemproblematiek

​Bekkenbodemproblemen komen vaak voor, maar er wordt weinig over gepraat. Verschillende klachten kunnen te maken hebben met het niet goed functioneren van de bekkenbodem. Met blaastraining kunnen problemen in de bekken gebied aangepakt worden. Hierbij kunt u denken aan verschillende soorten oefeningen.

• Bekkeninstabiliteit in en na zwangerschap Deze behandeling is bedoeld om voor en na uw bevalling rug- en bekkenklachten te voorkomen en te verminderen. U leert hoe u verantwoord kunt oefenen en bewegen. Ook het verzorgen van uw kind kan met de juiste houdings- en tilinstructies een stuk gemakkelijker gaan. (Gevolgde cursus: bekkeninstabiliteit bij het Spine en Joint Centre, Rotterdam; Pre- en postnatale educatie, Amsterdam.)

• Blaastraining en bekkenbodemproblematiek Deze therapie kan u helpen bij verschillende klachten rond de blaas of de bekkenbodemspieren. Denk aan problemen om de plas op te houden of veranderingen van de bekkenbodem na een bevalling of de overgang. Bewust oefenen kan helpen om klachten en ongemak te verminderen. Door bijvoorbeeld oefeningen met de bekkenbodemspieren te doen leert u hoe u deze spieren kunt aanspannen en ontspannen. Daarbij is het belangrijk dat u een goede lichaamshouding hebt en dat u goed blijft doorademen.

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Valpreventie

Preventie van valincidenten bij ouderen gaat over het verlagen van de kans op vallen. Eerst wordt geschat hoe hoog de kans is dat u valt. Vervolgens wordt gekeken hoe bij u de kans om te vallen verlaagd kan worden.

Om valincidenten te voorkomen geeft de fysiotherapeut balanstraining en wordt de patiënt geïnformeerd over hulpmiddelen, de rol van de ergotherapeut en de bijwerkingen van medicatie die in verband kunnen worden gebracht met vallen zoals orthostatische hypotensie. Valangst speelt indirect een rol bij vallen en het verminderen van deze angst maakt dan ook onderdeel uit van de fysiotherapeutische behandeling van parkinsonpatiënten.

 

 

 

 

 

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

COPD

COPD is een afkorting van de Engelse term chronic obstructive pulmonary disease, is een chronisch obstructieve longziekte (er is dus een aanhoudende obstructie (vernauwing) in de longen). Het is een verzamelnaam voor de longaandoeningen chronische bronchitis en longemfyseem.

 

‘Chronisch obstructief longlijden is een vermijdbare en behandelbare aandoening met significante extrapulmonale effecten die kunnen bijdragen tot de ernst van de aandoening bij individuele patiënten. De pulmonale component wordt gekenmerkt door luchtwegobstructie die niet volledig reversibel is. De luchtwegobstructie is progressief en geassocieerd met een abnormale inflammatoire respons van de longen op schadelijke partikels of gassen.’

Naast kortademigheid, hoesten, piepen, sputumproductie en herhaaldelijke infecties, worden ook systemische gevolgen beschreven, zoals deconditionering, spierzwakte, gewichtsverlies en ondervoeding. De fysieke activiteit in het dagelijks leven is significant verminderd vergeleken met die van gezonde ouderen. Bovendien komen psychosociale problemen voor, zoals depressie, angst en sociaal isolement.

Deze factoren dragen allemaal bij tot de gezondheidstoestand van de patiënten en vormen belangrijke aangrijpingspunten voor de behandeling. De aangeboden fysiotherapie is meestal gestoeld op een probleemoplossende aanpak en maakt deel uit van een multidisciplinaire behandeling.

 

 

 

cirkel3
lijnFGkortn
oranjeblok

Reumatoide artritis (RA)

Reumatoide artritis hierna als RA genoemd, is een chronische, systemische ontstekingsziekte van onbekende oorzaak, die voornamelijk gelokaliseerd is in de perifere gewrichten. 

Daarnaast zijn vaak de structuren rond de gewrichten aangedaan, zoals peesscheden, slijmbeurzen en aanhechtingsplaatsen van spieren; minder frequent komen daarbij afwijkingen voor in de wervelkolom (meest frequent in de hoog cervicale wervelkolom (CWK), vrijwel nooit in de thoracale wervelkolom (TWK) of de lumbale wervelkolom (LWK). Omdat RA een systeemaandoening is, kunnen ook diverse organen, zoals de huid, hart en longen betrokken zijn in het ziekteproces. Daarnaast kunnen algemene symptomen, zoals koorts, malaise en gewichtsverlies optreden.

Epidemiologie
RA komt wereldwijd voor; de prevalentie varieert van 0,3 tot 1,5 procent. De incidentie (aantal nieuwe patiënten met RA) in Nederland wordt geschat op 0,3 tot 1,8/1000/jaar. RA komt twee- tot driemaal zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Het kan op iedere leeftijd ontstaan, maar begint meestal tussen de 40 en 60 jaar. Op basis van demografi sche ontwikkelingen is de verwachting dat het absolute aantal mensen met RA in Nederland tussen 2000 en 2020 met 27,1 procent zal stijgen. De huisarts ziet jaarlijks circa 16.800 patiënten met nieuwe klachten wegens RA en circa 147.500 patiënten met aan RA gerelateerde klachten. Vijfentwintig tot 40 procent van de patiënten met RA die onder behandeling zijn van een specialist wordt jaarlijks naar een fysiotherapeut doorverwezen.

 

 

 

cirkel3